Deze publicatie maakt gebruik van cookies

We gebruiken functionele en analytische cookies om onze website te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om gepersonaliseerde advertenties op social media weer te geven. Door op accepteren te klikken gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Mogelijk gemaakt door:

Wij duiken er weer in...

Voorwoord

Antoinette Kalkman

Met liefde,
Antoinette Kalkman

Een telefoontje volstaat

Het is wellicht vreemd om in dit voorwoord te spreken over dit soort intense emoties. Ondanks dat ik zie dat de wens van Tim – het vermenselijken van de financiële dienstverlening – steeds meer wortelt, is het tonen van gevoel geen dagelijkse kost in onze branche. Desondanks durf ik deze woorden te gebruiken. Dat InFinance dit magazine voor de tweede keer ongevraagd en belangeloos samenstelt, toont hun betrokkenheid. Hetzelfde geldt voor VVP die dit jaar meewerkt aan de totstandkoming. In dit magazine staan bijdragen van bedrijven die ons al jaren ondersteunen, maar ook van organisaties die voor het eerst meedoen. Soms volstaat slechts een telefoontje en is een bijdrage geregeld. In de privésfeer zou ik deze betrokkenheid passie of liefde voor het doel noemen. Het maakt me naast dankbaar ook enorm trots. De wens van Tim wordt bewaarheid.

Wat rest is het uiteindelijke doel: dat de wetenschap een oplossing vindt voor deze ziekte. Geld en doorzettingsvermogen brengen die uitkomst dichterbij. Daarom zwemmen we op 27 augustus weer twee kilometer in de Loosdrechtse Plassen en denken we na over acties voor volgend jaar. Wij gaan door. Ik hoop u ook. Voor Tim, Monique en alle anderen.

Wat rest is het uiteindelijke doel: dat de wetenschap een oplossing vindt voor deze ziekte.

Hulde voor bevlogen BN’ers

Nadat de groep afdalers zo’n kilometer of tien in de benen heeft, komen de knieën bij menigeen in opstand. Als je bijna twintig kilometer omhoog ploetert en daarna weer naar beneden marcheert, is het ook een keer genoeg. Dankbaar zijn we als onze touringcar ons oppikt. De bus zit vol met toeschouwers, maar iedereen schuift een stukje op en we kunnen erbij. Het laatste stuk naar het startterrein zit ik samen met Natasja Froger en haar vriendin Truus op de vloer van de bus. Natasja heeft een lijntje met Monique.

Monique leerde ik in augustus 2021 kennen tijdens ons eerste zwemevent We duiken er weer in. Ze wist toen amper een paar maanden dat ze de klos is: diagnose ALS. Vanwege corona werd de Tour du ALS in dat jaar uitgesteld naar september en daar was Monique ook met haar werkgever Zeevat Hypotheken & Verzekeringen. Natasja liep als ambassadeur van Stichting ALS met dat team naar boven. Sindsdien hoort Natasja bij onze club. Onbaatzuchtig draagt zij bij, net als andere bekende Nederlanders die hun populariteit inzetten om aandacht te vragen voor deze ziekte waar overheid en farmaceutische industrie geen brood in zien. Hulde.

Terwijl we de benen strekken maken Natasja, Truus en ik ons zorgen om Monique en krijgen het te kwaad. Eenmaal aangekomen in het dorp knijpt Truus in mijn hand. We kijken elkaar aan en ik weet genoeg. De vriendengroep groeit. Op datzelfde moment ontvang ik een whatsapp-bericht van Hilone, acceptant van Nationale Waarborg en sinds twee jaar verantwoordelijk voor de organisatie van onze acties. Ze is omhoog gefietst en is overweldigd door de ervaring. Ook zij heeft de eenentwintig patiënten gezien die ons langs de kant hebben aangemoedigd of zelf via tandemfiets of handbike de berg hebben bedwongen. Ook zij sluit een herinnering in haar hart waardoor ze een ander mens is geworden. Ook zij snapt waarom we hier vooral mee door moeten gaan. Ook zij doet dit met liefde.

Collega’s of meer?

Vaak blijven collega’s mensen waar je doordeweeks mee samenwerkt. Soms worden collega’s vrienden. In een enkel geval maak je iets met elkaar mee waardoor vriendschap een diepere betekenis krijgt. Tim kreeg de diagnose ALS eind 2015. Anderhalf jaar later stonden we op zijn begrafenis. Het was de eerste en enige dag in het bestaan van de organisatie dat we de deuren sloten. Die dag ging de klant voor één keer niet voor. Die dag was voor Tim, die ons in de achttien maanden ervoor leerde wat innerlijke kracht betekent.

Op de dag dat hij de diagnose kreeg, wist hij dat hij zou overlijden. En rap ook. In plaats van zich te richten op zichzelf, bleef hij werken totdat hij er letterlijk bij neerviel. Hij motiveerde en inspireerde zijn collega’s, droeg zijn kennis over en liet zijn hoofd gebruiken voor bekendheid voor deze vreselijke ziekte. Hij wilde de wereld laten zien dat de financiële branche, een branche die niet direct bekend staat om z’n barmhartigheid, maar waarin hij met zoveel plezier werkte, ook een ander gezicht heeft. Een menselijk gezicht, waar het individu vóór de centen gaat. Of dat laatste gelukt is weet ik niet, maar feit is dat we de afgelopen jaren ruim 600.000 euro aan donaties hebben ontvangen voor de Stichting ALS Nederland. Dat geld is een deel van de nalatenschap van Tim. Maar er is meer. De kring van collega’s en branchegenoten die tijdens Tims ziekte om hem heen is gaan staan is hecht. We lopen de deur niet plat bij elkaar, maar we koesteren herinneringen die bijzonder zijn. We hebben momenten beleefd en acties gevoerd waardoor we gegroeid zijn als persoon. We zijn een beter mens geworden en dat vertaalt zich in ons werk en in onze persoonlijke relaties. Dat nemen ze ons nooit meer af en op die manier brengt het overlijden van Tim toch nog iets goeds.

Tim wilde de wereld laten zien dat de financiële branche, een branche die niet direct bekend staat om z’n barmhartigheid, ook een ander gezicht heeft.

Bijna onderkoeld

De minuten verstrijken. De een na de ander begint te rillen. We krijgen waarschuwingen van de EHBO en de begeleidende Motards dat we in beweging moeten komen. Gevaar voor onderkoeling dreigt ook voor ons. Met een deel van ons team besluit ik naar beneden te lopen. Mijn beenspieren kreunen bij het vooruitzicht, want de tocht naar boven was niet makkelijk. Halverwege de berg protesteerde mijn hart nadrukkelijk tijdens de kilometers waar het stijgingspercentage meer dan twaalf aantikt. Sister in crime Patricia hield mijn hand vast en sleepte me voort. Motard Marten, en niet toevallig ook mijn echtgenoot, schoof me een buisje magnesiumdoping toe tijdens een rustmoment. Ik had het hard nodig. Dus echt aanlokkelijk lijkt het niet om nog meer kilometers te lopen. Weliswaar naar beneden, maar toch. De kou jaagt ons echter van de berg af. We gaan…

De andere helft besluit te wachten op een busje dat hen naar beneden brengt. Karin is er daar een van. Ze wordt ondertussen dik ingepakt door Maaike, haar moeder en die van Tim, opdat ze het niet nog kouder krijgt. Ik zwaai naar haar en denk tijdens de daling na over haar woorden.

Die dag ging de klant voor één keer niet voor. Die dag was voor Tim.

Het waait snoeihard en het is koud. Onze kopvrouw Monique van den Hoorn is zojuist in een auto getild die haar naar de EHBO-post aan de voet van de kale berg brengt. Met de laatste krachtinspanning kwam zij, ondersteund door haar man Maurice en Natasja Froger, over diezelfde finishlijn, zwaar onderkoeld en met een van uitputting vertrokken gezicht.  Ons team is stil. Onder de indruk van de erehaag die ons zojuist ten deel viel, de schrik over de lichamelijke toestand van Monique en de teleurstelling dat we niet helemaal naar de top mogen. Voor de derde keer op rij gooit het weer roet in het eten. Onze eerste deelname aan de Tour du ALS kreeg zendtijd op het Nederlandse achtuurjournaal vanwege het noodweer dat ons overviel, de tweede keer vlogen ijsbrokken rond onze oren en was de top maar een half uur bereikbaar, en deze keer blaast de wind ons van de berg. Windkracht 8-10 is, in combinatie met de vrieskou, onverantwoord op bijna tweeduizend meter hoogte. Ondanks dat stoppen geen optie is, is dat deze keer een wijze beslissing van de Tour du ALS-organisatie. Desondanks enorm jammer.

Zonder stem, omhels ik Karin, de zus van Tim. Ik klop haar op haar rug en als ik de brok in mijn keel heb weggeslikt, feliciteer ik haar met haar prestatie. We zijn beiden tien minuten daarvoor de inderhaast geïmproviseerde finishlijn overgestoken, bij Chalet Liotard, een paar kilometer onder de top van de Mont Ventoux.

‘Weet je dat Tim veel van je hield?’

Mogelijk gemaakt door:

Wij duiken er weer in...

Wat rest is het uiteindelijke doel: dat de wetenschap een oplossing vindt voor deze ziekte.

Tim wilde de wereld laten zien dat de financiële branche, een branche die niet direct bekend staat om z’n barmhartigheid, ook een ander gezicht heeft.

Die dag ging de klant voor één keer niet voor. Die dag was voor Tim.

Voorwoord

Antoinette Kalkman

Met liefde,
Antoinette Kalkman

Een telefoontje volstaat

Het is wellicht vreemd om in dit voorwoord te spreken over dit soort intense emoties. Ondanks dat ik zie dat de wens van Tim – het vermenselijken van de financiële dienstverlening – steeds meer wortelt, is het tonen van gevoel geen dagelijkse kost in onze branche. Desondanks durf ik deze woorden te gebruiken. Dat InFinance dit magazine voor de tweede keer ongevraagd en belangeloos samenstelt, toont hun betrokkenheid. Hetzelfde geldt voor VVP die dit jaar meewerkt aan de totstandkoming. In dit magazine staan bijdragen van bedrijven die ons al jaren ondersteunen, maar ook van organisaties die voor het eerst meedoen. Soms volstaat slechts een telefoontje en is een bijdrage geregeld. In de privésfeer zou ik deze betrokkenheid passie of liefde voor het doel noemen. Het maakt me naast dankbaar ook enorm trots. De wens van Tim wordt bewaarheid.

Wat rest is het uiteindelijke doel: dat de wetenschap een oplossing vindt voor deze ziekte. Geld en doorzettingsvermogen brengen die uitkomst dichterbij. Daarom zwemmen we op 27 augustus weer twee kilometer in de Loosdrechtse Plassen en denken we na over acties voor volgend jaar. Wij gaan door. Ik hoop u ook. Voor Tim, Monique en alle anderen.

Hulde voor bevlogen BN’ers

Nadat de groep afdalers zo’n kilometer of tien in de benen heeft, komen de knieën bij menigeen in opstand. Als je bijna twintig kilometer omhoog ploetert en daarna weer naar beneden marcheert, is het ook een keer genoeg. Dankbaar zijn we als onze touringcar ons oppikt. De bus zit vol met toeschouwers, maar iedereen schuift een stukje op en we kunnen erbij. Het laatste stuk naar het startterrein zit ik samen met Natasja Froger en haar vriendin Truus op de vloer van de bus. Natasja heeft een lijntje met Monique.

Monique leerde ik in augustus 2021 kennen tijdens ons eerste zwemevent We duiken er weer in. Ze wist toen amper een paar maanden dat ze de klos is: diagnose ALS. Vanwege corona werd de Tour du ALS in dat jaar uitgesteld naar september en daar was Monique ook met haar werkgever Zeevat Hypotheken & Verzekeringen. Natasja liep als ambassadeur van Stichting ALS met dat team naar boven. Sindsdien hoort Natasja bij onze club. Onbaatzuchtig draagt zij bij, net als andere bekende Nederlanders die hun populariteit inzetten om aandacht te vragen voor deze ziekte waar overheid en farmaceutische industrie geen brood in zien. Hulde.

Terwijl we de benen strekken maken Natasja, Truus en ik ons zorgen om Monique en krijgen het te kwaad. Eenmaal aangekomen in het dorp knijpt Truus in mijn hand. We kijken elkaar aan en ik weet genoeg. De vriendengroep groeit. Op datzelfde moment ontvang ik een whatsapp-bericht van Hilone, acceptant van Nationale Waarborg en sinds twee jaar verantwoordelijk voor de organisatie van onze acties. Ze is omhoog gefietst en is overweldigd door de ervaring. Ook zij heeft de eenentwintig patiënten gezien die ons langs de kant hebben aangemoedigd of zelf via tandemfiets of handbike de berg hebben bedwongen. Ook zij sluit een herinnering in haar hart waardoor ze een ander mens is geworden. Ook zij snapt waarom we hier vooral mee door moeten gaan. Ook zij doet dit met liefde.

Collega’s of meer?

Vaak blijven collega’s mensen waar je doordeweeks mee samenwerkt. Soms worden collega’s vrienden. In een enkel geval maak je iets met elkaar mee waardoor vriendschap een diepere betekenis krijgt. Tim kreeg de diagnose ALS eind 2015. Anderhalf jaar later stonden we op zijn begrafenis. Het was de eerste en enige dag in het bestaan van de organisatie dat we de deuren sloten. Die dag ging de klant voor één keer niet voor. Die dag was voor Tim, die ons in de achttien maanden ervoor leerde wat innerlijke kracht betekent.

Op de dag dat hij de diagnose kreeg, wist hij dat hij zou overlijden. En rap ook. In plaats van zich te richten op zichzelf, bleef hij werken totdat hij er letterlijk bij neerviel. Hij motiveerde en inspireerde zijn collega’s, droeg zijn kennis over en liet zijn hoofd gebruiken voor bekendheid voor deze vreselijke ziekte. Hij wilde de wereld laten zien dat de financiële branche, een branche die niet direct bekend staat om z’n barmhartigheid, maar waarin hij met zoveel plezier werkte, ook een ander gezicht heeft. Een menselijk gezicht, waar het individu vóór de centen gaat. Of dat laatste gelukt is weet ik niet, maar feit is dat we de afgelopen jaren ruim 600.000 euro aan donaties hebben ontvangen voor de Stichting ALS Nederland. Dat geld is een deel van de nalatenschap van Tim. Maar er is meer. De kring van collega’s en branchegenoten die tijdens Tims ziekte om hem heen is gaan staan is hecht. We lopen de deur niet plat bij elkaar, maar we koesteren herinneringen die bijzonder zijn. We hebben momenten beleefd en acties gevoerd waardoor we gegroeid zijn als persoon. We zijn een beter mens geworden en dat vertaalt zich in ons werk en in onze persoonlijke relaties. Dat nemen ze ons nooit meer af en op die manier brengt het overlijden van Tim toch nog iets goeds.

Bijna onderkoeld

De minuten verstrijken. De een na de ander begint te rillen. We krijgen waarschuwingen van de EHBO en de begeleidende Motards dat we in beweging moeten komen. Gevaar voor onderkoeling dreigt ook voor ons. Met een deel van ons team besluit ik naar beneden te lopen. Mijn beenspieren kreunen bij het vooruitzicht, want de tocht naar boven was niet makkelijk. Halverwege de berg protesteerde mijn hart nadrukkelijk tijdens de kilometers waar het stijgingspercentage meer dan twaalf aantikt. Sister in crime Patricia hield mijn hand vast en sleepte me voort. Motard Marten, en niet toevallig ook mijn echtgenoot, schoof me een buisje magnesiumdoping toe tijdens een rustmoment. Ik had het hard nodig. Dus echt aanlokkelijk lijkt het niet om nog meer kilometers te lopen. Weliswaar naar beneden, maar toch. De kou jaagt ons echter van de berg af. We gaan…

De andere helft besluit te wachten op een busje dat hen naar beneden brengt. Karin is er daar een van. Ze wordt ondertussen dik ingepakt door Maaike, haar moeder en die van Tim, opdat ze het niet nog kouder krijgt. Ik zwaai naar haar en denk tijdens de daling na over haar woorden.

Ter nagedachtenis aan Tim van den Berg

Het waait snoeihard en het is koud. Onze kopvrouw Monique van den Hoorn is zojuist in een auto getild die haar naar de EHBO-post aan de voet van de kale berg brengt. Met de laatste krachtinspanning kwam zij, ondersteund door haar man Maurice en Natasja Froger, over diezelfde finishlijn, zwaar onderkoeld en met een van uitputting vertrokken gezicht.  Ons team is stil. Onder de indruk van de erehaag die ons zojuist ten deel viel, de schrik over de lichamelijke toestand van Monique en de teleurstelling dat we niet helemaal naar de top mogen. Voor de derde keer op rij gooit het weer roet in het eten. Onze eerste deelname aan de Tour du ALS kreeg zendtijd op het Nederlandse achtuurjournaal vanwege het noodweer dat ons overviel, de tweede keer vlogen ijsbrokken rond onze oren en was de top maar een half uur bereikbaar, en deze keer blaast de wind ons van de berg. Windkracht 8-10 is, in combinatie met de vrieskou, onverantwoord op bijna tweeduizend meter hoogte. Ondanks dat stoppen geen optie is, is dat deze keer een wijze beslissing van de Tour du ALS-organisatie. Desondanks enorm jammer.

Zonder stem, omhels ik Karin, de zus van Tim. Ik klop haar op haar rug en als ik de brok in mijn keel heb weggeslikt, feliciteer ik haar met haar prestatie. We zijn beiden tien minuten daarvoor de inderhaast geïmproviseerde finishlijn overgestoken, bij Chalet Liotard, een paar kilometer onder de top van de Mont Ventoux.

‘Weet je dat Tim veel van je hield?’